Het seizoen is klaar. Een goed moment voor mij om mijn eigen voetbalblog te beginnen lijkt mij. Op deze blog kun je zowel Engelse als Nederlandse geschreven artikelen vinden over voetbaltactiek en scouting. In deze eerste post kijk ik naar de hoge lijn van Robert Maaskant met daarbij een stukje pressing van de aanvallende linie en de consequenties daarvan.
Robert Maaskant wou met VVV-Venlo een stuk aanvallender gaan spelen en liet dit ook merken in zijn speelwijze. Hij speelde vaak met een 4-2-3-1. Dit lijkt niet heel aanvallend, want Maurice Steijn speelde ook met deze formatie, maar Maaskant opteerde voor een aanvallende versie hiervan. Maurice Steijn speelde zeer compact met een diepliggende middenvelders op eigen helft en de viermans verdediging die kort op de keeper speelde. Maaskant verkoos liever hoge backs, waarbij Pachonik erg hoog stond en Janssen voor zijn doen ook. In de restverdediging had je dan de centrale verdedigers + een verdedigende middenvelder die dan terugzakte.
Maaskant koos voor iets anders dan Steijn. Hij schoof het verdedigende blok van twee of dubbele ‘6’ op naar het midden van het veld en poogde een hoge defensieve lijn. Dit kun je hieronder zien.
Maaskant wilde in de aanvallende fase en in de transitie van verdediging naar aanval, dat de nummer 8 doorschoof en daardoor een aanvallende 4-1-4-1 scheppen. Als je veel wil aanvallen, dan moet je risico’s nemen en die moet je incalculeren. Je kunt namelijk de bal verliezen en dan moet je in de transitie van aanval naar verdediging goed staan in je restverdediging. Dat wil zeggen, wat is er nog precies over van je verdediging.
Als je zo wil spelen, met een hoge defensieve lijn, met de backs hoog op eigen helft of zelfs op de hoogte van de middenvelders, dan zul je voorin iets moeten doen. Anders is je centrale verdediging erg kwetsbaar.
Wat je dan als team zou moeten doen is pressing, of in gewoon Nederlands: druk zetten. Door druk te zetten wil je eigenlijk een doel bereiken: de bal veroveren. Met een hoge defensieve lijn moet je altijd druk zetten, ongeacht het niveau of kwaliteit. Als VVV de gele pionnen zijn, dan moet de nummer 9 druk zetten op de twee centrale verdedigers. De nummer 10, moet de verdedigende middenvelder pressen en de flankspelers 11 en 7, pakken de backs. Zo wordt voorkomen dat ze makkelijk vooruit kunnen en van de verdediging naar de aanval kunnen.
Zoals je dus ziet hierboven, zou VVV-Venlo dus druk moeten zetten op de verdediging van de tegenstander, die probeert op te bouwen vanuit achteruit. Dit is het moment dat je druk moet zetten op de verdediging. Door druk te zetten dwing je de tegenstanders tot keuzes en daar komt risico bij kijken. Het liefste wil je dan een lange bal zien, want dan kun je een kopduel winnen en zelf opbouwen of in transitie omschakelen naar de aanval.
Dit is theoretisch, maar dit was niet het geval bij het VVV-Venlo van Maaskant. Hij speelde met Wright of Soriano in de spits, met Sinclair, Van Ooijen en/of Yeboah op de flanken. De spelers die wel druk zetten kwamen vanuit het middenveld, maar Neudecker en Linthorst deden dat te weinig, waardoor je pas in de tweede fase druk ging zetten.
In theorie dus een mooi verhaal. Hoog druk zetten, maar dan moet je het wel consequent uitvoeren. Anders krijg je verschillende problemen. VVV-Venlo had onder Maaskant een tweeledig probleem met druk zetten:
- De positionering en actie was niet goed. Om goed druk te kunnen zetten, moet je ook in de juiste positie staan om druk uit te oefenen. Is dat niet het geval, dan kom je te laat en laat je gaten op het middenveld over, waardoor je tegenstander in overtal komt.
- Wanneer je geen druk zet met je aanvallers, dan hebben de verdedigers ruimte op te stomen, waardoor er een dreigendere situatie ontstaat.
In afbeelding hierboven kun je zien dat de centrale verdedigers in deze opstelling ieder twee mogelijkheden hebben op de bal naar te passen. Zodra de bal bij de 7 en de 8 komt, dan heb je als VVV zijnde al een ondertal in de as. Nu zou VVV-Venlo zich moeten versterken met de backs die dan snel terug moeten komen, maar omdat die zo hoog staan – levert dat al gevaarlijke situaties op.
Zoals je in de afbeelding hierboven ziet, is er enorm veel ruimte op de flanken voor de tegenstanders. Het ligt er natuurlijk aan wat voor speelwijze de tegenstander hanteert, maar wat we vaak konden zien is dat vleugelaanvallers heel goed gebruik maakten van die ruimte. De nummer 10 in dit voorbeeld kreeg de bal en speelde die naar de spits. Vervolgens duikt de vleugelspeler de ruimte in en krijgt de bal terug van de spits. Dan is het vrij gemakkelijk om een voorzet te geven, waaruit gevaar kan ontstaan.
Als conclusie kun je enkele zaken stellen. VVV-Venlo had met Maaskant een trainer die aanvallender wou denken dan zijn voorganger Steijn. Hij poogde dit te doen, door een aanvallende 4-2-3-1 of 4-1-4-1 te gebruiken in de competitie met een hoge verdedigende lijn. Dit werkte niet om verschillende redenen, maar doordat de er niet goed druk gezet werd door de aanvallende linie, werd het middenveld overlopen en vielen er gaten achter de verdediging, met name bij de flanken omdat de backs zo hoog stonden opgesteld. Het pressen verliep niet goed, omdat het niet gedaan werd of omdat het te laat gedaan werd en de spelers die speelden, niet wisten wanneer ze de situatie moesten herkennen om over te gaan op het druk zetten.